Opdracht 7 Hoe til je

                           op de juiste manier?

 Veel mensen tillen fout.

Als je tilt met een kromme rug, dan worden je wervels in elkaar gedrukt.

Je kunt dan last van je rug krijgen.

Hier moet je aan denken als je tilt:

1. Buig je benen.

2. Houd je rug recht.

3. Trek je buik in.

4. Houd het voorwerp dicht bij je lichaam

5. Til het voorwerp op door je benen te strekken.

Overleg in twee-tallen.

Beantwoord de onderstaande vraag:

1.Hoe moet je tillen?

A  Als je tilt, moet je je rug buigen / recht houden.

B  Als je tilt, moet je je benen buigen / strekken.

C  Als je tilt, moet je het voorwerp dicht bij je lichaam houden /

    van je  lichaam afhouden.

Het antwoord op de vraag wordt klassikaal besproken

2. Ga samen met een klasgenoot een zwaar voorwerp tillen.

    Je tilt bijvoorbeeld een doos met boeken van de grond op een tafel.

    Spreek af wie er begint.

    Als je niet tilt, kijk je of de ander het goed doet.

    Neem onderstaande tabel over.

     Als je klasgenoot goed tilt, zet je een cirkel om goed.

     Doet je klasgenoot het fout, dan zet je een cirkel om fout.

     Daarachter schrijf je op waarom hij of zij het fout doet.

Geef de ander tips. Bijvoorbeeld:

• houd je rug recht
• houd het voorwerp zo dicht mogelijk bij het lichaam
• ga meer door je knieën

Wissel daarna om.

Wie getild heeft, gaat schrijven. Wie schreef, gaat tillen.