Opdracht 4 De dunne en de dikke darm


 

In de dunne darm wordt de vertering afgemaakt.

De verteerde voedingsstoffen gaan daarna het bloed in.

Er zitten veel kleine bloedvaatjes in de darmwand.

Dan gaan ze door de wand van de bloedvaatjes.

Zo komen de verteerde voedingsstoffen in het bloed.

Er blijft een waterige pap van onverteerbare voedselresten over.

Deze voedselresten gaan naar de dikke darm.

 


 

In de dikke darm wordt water uit de onverteerbare voedselresten gehaald.

Dan is het poep geworden.

Een ander woord voor poep is ontlasting.

De poep komt in je endeldarm.

 

Als je endeldarm vol is moet je poepen.

Je poept de onverteerbare stoffen uit je lichaam.