Opdracht 1 Het bloed



 

Het belangrijkste transportorgaan in ons lichaam is de bloedsomloop.

Je hebt wel 100.00 kilometer aan bloedvaten in je lichaam.

Dat is twee en een half keer zo veel als de omtrek van de aarde.

Je hebt heel grote bloedvaten, maar ook heel kleine.

 

Door je lichaam stroomt ongeveer vijf liter bloed.

Dat bloed bestaat uit drie typen bloedcellen en bloedplasma.

Het bloedplasma (55% van het bloed) is water met daarin een aantal opgeloste stoffen.

De drie typen bloedcellen zijn: bloedplaatjes, witte bloedcellen en rode bloedcellen.

De functies van bloedplasma zijn:

  1. het vervoeren van voedingsstoffen, koolstofdioxide en afvalstoffen,
  2. bloedstolling

 

In bloed zitten veel rode bloedcellen.

Door de rode bloedcellen is je bloed rood.

Ze zien eruit als ronde schijfjes met een deukje in het midden. 

Ze bevatten een eiwit genaamd 'hemoglobine'.

Hierdoor kunnen rode bloedcellen zuurstof vervoeren.

 

Witte bloedcellen hebben geen vaste vorm.

Ze kunnen daardoor door de kleinste openingen in de kleinste bloedvaten. 

Witte bloedcellen maken ziekteverwekkers onschadelijk.

Meestal gaan zowel de ziekteverwekkers als de witte bloedcellen dood

(er ontstaat dan etter of pus).

 

Bloedplaatjes dit zijn delen van uiteengevallen cellen.

Samen met bloedplasma zorgt dit bestanddeel

voor de bloedstolling (korstvorming)