Opdracht 3 Gasuitwisseling


Elke keer dat je inademt, komt er een halve liter lucht in je longen.
De zuurstof uit de ingeademde lucht wordt opgenomen door het bloed.
Bloed en lucht komen dicht bij elkaar in de longblaasjes.

Longblaasjes hebben een groot oppervlak en een dunne wand.
Daardoor kan er voldoende zuurstof van lucht naar bloed gaan.
In het bloed vervoeren rode bloedcellen de zuurstof.
Bij de verbranding in alle cellen van je lichaam komt koolstofdioxide vrij.
Het bloed brengt de koolstofdioxide weer naar de longblaasjes.

De koolstofdioxide adem je dan weer uit.

 


1. Wat denk je veel of weinig zuurstof, veel of weinig koolstofdioxide?

  • ingeademde lucht
  • uitgeademde lucht
  • bloed dat van de longblaasjes wegstroomt
  • bloed dat naar de longblaasjes gaat.