Opdracht 4a Horen


Ga met je muis over de namen van de aangegeven onderdelen om de omschrijving ervan

te bekijken.

 

 

Geluid is een trilling van de lucht.

Een geluidstrilling gaat door de gehoorgang naar het trommelvlies, dat gaat meetrillen.

In het midden van het oor zitten de gehoorbeentjes:hamer, aambeeld en stijgbeugel.

De trilling van het trommelvlies wordt doorgegeven aan de hamer, daarna het aambeeld en tenslotte de stijgbeugel.

Via het vlies  komt de trilling terecht in het inwendige oor. 
In het slakkenhuis gaan vloeistof en trilharen meetrillen met de trilling. 
Iedere haar is gevoelig voor een bepaald geluid.

De zintuigcellen in het slakkenhuis zorgen voor elektrische signalen ofwel impulsen. 
Impulsen worden doorgegeven aan de  gehoorzenuw.

Via de gehoorzenuw komen de impulsen terecht in het gehoorcentrum in de hersenen.

Daar word je je van het geluid bewust en dan spreek je van het werkwoord 'horen'