Opdracht 3 Wat hebben organen 

                      met elkaar te maken?


Organen werken samen met andere organen aan een grotere taak.

Bijvoorbeeld bij het vervoer van stoffen

Organen die samenwerken noem je een orgaanstelsel.

 


Je hart en bloedvaten vormen samen het bloedvatenstelsel.

De taak van het bloedvatenstelsel is het vervoeren

van stoffen door je lichaam.

Die stoffen zitten in het bloed.

Je hart pompt het bloed door alle bloedvaten.

De bloedvaten brengen bloed naar de organen.

Zo brengt het bloed stoffen door je hele lichaam.

Je longen horen bij het ademhalingsstelsel.

Met je longen neem je zuurstof op uit de lucht.

Met je longen geef je ook koolstofdioxide af aan de lucht.

Dat is de taak van het ademhalingsstelsel.

Organen van het verteringsstelsel maken voedsel klein.

Zo kunnen de voedingsstoffen in je bloed komen.

De taak van het verteringsstelsel is het kleinmaken

van voedsel.