Opdracht 1 Ademhaling


Heb je wel eens geprobeerd je adem in te houden?
Je lichaam laat je dan al gauw voelen dat je weer adem moet halen.
Dit komt omdat je zuurstof nodig hebt om in leven te blijven.
Dit gas is een deel van de lucht die je inademt.
Al meteen na je geboorte begin je adem te halen.

Je hele leven lang haal je adem zonder erbij na te denken.

 


Test:

Hoelang kun jij je adem inhouden?

Adem een keer diep in en houd dan je adem in.
Gebruik een stopwatch of de secondewijzer van een horloge.




 

De longen zijn onze ademhalingsorganen.

Hier wordt zuurstof opgenomen in het lichaam en koolstofdioxide afgegeven.

Het wisselen van deze twee stoffen heet gaswisseling.

 


Beantwoord de volgende vragen:

1. Waardoor zijn je longen in je lichaam beschermd?

2. Ga bij de inademing je middenrif omhoog of juist omlaag?

3. Waardoor is je linkerlong kleiner dan je rechterlong?

4. Door welke organen stroomt lucht je lichaam binnen tot aan je longblaasjes?

 

Bespreek de antwoorden op de vragen met een klasgenoot

Hierna worden de antwoorden op de vragen klassikaal besproken